Geschreven door Lie Kietselaer
Vier jaar geleden startte Saskia Duijs samen met collega’s van de vakgroep Ethiek, Recht en Humaniora aan het Amsterdam UMC haar promotieonderzoek ‘Gezond zorgen’ over de gezondheid van laagbetaalde zorgmedewerkers in de ouderenzorg. Het doel van dit participatief onderzoek is met en van elkaar leren, en bij te dragen aan verandering. Zorgmedewerkers onderzochten, samen met de onderzoekers van het Amsterdam UMC en fotografe Janine Schrijver, wat voor hen zélf belangrijk is als het gaat om hun gezondheid.
“Onderzoekers hebben vaak een andere achtergrond dan de mensen waar zij onderzoek naar doen. Het is lastig om te weten wat er speelt in een wereld die niet de jouwe is. Daarom is het zo belangrijk om echt samen onderzoek te doen. Alle onderwerpen in onze studie zijn door zorgmedewerkers zelf op tafel gelegd. In 2018 merkte een van de mede-onderzoekers op dat steeds meer collega’s gingen zzp’en. En een mannelijke mede-onderzoeker vertelde dat het bijna altijd over vrouwen in de zorg gaat en nauwelijks over mannen. Die onderwerpen hebben we toen samen opgepakt”, legt Duijs uit.
In de eerste fase van het onderzoek legden tien zorgverleners en mantelzorgers hun leven vast, samen met fotografe Janine Schrijver. De foto’s laten zien op wat voor manier hun gezondheid onder druk staat. Deze onderzoeksmethodiek heet photovoice. Deelnemers kozen zelf de foto’s die voor hen belangrijk waren. Aan de hand van foto’s gingen de onderzoekers daarover met de deelnemers in gesprek.
Na afloop van het photovoice project werden de belangrijkste foto’s gebundeld en afgedrukt op een poster. Met de posters zijn vijf deelnemers, waaronder Plak, collega’s in het hele land gaan interviewen. Vanaf dat moment waren zij volwaardige mede-onderzoekers in het project. “We legden de posters op de keukentafel van andere zorgmedewerkers of mantelzorgers en vroegen of ze de thema’s herkenden. En wat voor hen belangrijk is. We interviewden zzp’ers, mensen in vaste dienst, flexwerkers, vrouwen én mannen”, zegt Duijs.
Na een van de interviews rijden Duijs en Plak naar huis als er een gevoelig onderwerp ter sprake komt. “We hadden het over van alles. Op een gegeven moment vertelde ik wat voor invloed racisme en discriminatie had op mijn gezondheid en werkplezier toen ik als verzorgende werkte”, vertelt Plak, “Racisme is een verborgen en onbesproken wortel van verzuim, uitval en ziekte. Maar veel mensen zijn bang voor wat er gaat gebeuren op de werkvloer als zij erover praten. Bij Saskia was er het vertrouwen en de veiligheid om dit ter sprake te brengen.”
Op het moment van het gesprek zijn ze al anderhalf jaar bezig met hun onderzoek. Toch duurde het een tijd voordat Plak zich veilig genoeg voelde om racisme aan te kaarten. Volgens Duijs een belangrijke les. “We onderzochten thema’s zoals armoede, genderongelijkheid, schulden en discriminatie. We [het onderzoeksteam red.] wisten dat dit speelde, onze afdeling is er zelfs in gespecialiseerd. Toch duurde het heel lang om het vertrouwen op te bouwen dat we het hier over konden hebben.”
Bij een andere mede-onderzoeker bleek racisme ook heel erg te spelen in het team. Veel collega’s werden hier ziek van en vielen uit maar in gesprekken met de bedrijfsarts werd dit niet benoemd of naar gevraagd. Terwijl de een na de andere collega onderuit ging. Ook in de vijf studies die Duijs deed, kwam racisme naar voren als oorzaak van verzuim. “Witte mensen als ik moeten heel bewust ruimte creëren om racisme en discriminatie bespreekbaar te maken. Als dat was gebeurd, dan had het gesprek tussen deze zorgverleners en de bedrijfsarts er wellicht heel anders uitgezien”, aldus Duijs. Ze maakte dit zelf mee tijdens haar onderzoek. “Zorgmedewerkers hadden het tegen mij, als witte onderzoeker, vaak over het gedoe In het team. Als ik dan vroeg of die andere collega wit was en of dat meespeelde, dan pas kwam naar voren dat dit het geval was. Als ik niet had doorgevraagd, was het bij gedoe in het team gebleven.”
Veel zorgorganisaties zijn met dit onderwerp bezig en hebben diversiteitsprogramma’s. Waarom is racisme dan toch onbespreekbaar? “We hebben veel mensen gesproken die hier heel integer en gepassioneerd mee bezig zijn op de werkvloer. Maar wat onderbelicht blijft, is dat racisme meespeelt in verzuim, uitstroom en de keuze voor het zzp-schap”, legt Duijs uit. Iets dat Plak kan beamen. Zij is een paar jaar eerder met pensioen gegaan. Racisme was een van de oorzaken. “Racisme en uitsluiting geeft stress. Je moet het zien als rondlopen in een stresspak. Een te strakke jas. Dit veroorzaakt een hoge bloeddruk en diabetes. Er zijn heel veel zorgmedewerkers met diabetes, hoge bloedruk, rugklachten.”
Soms was de werkdruk zo hoog, dat ze pas om 12.00 iets kon drinken terwijl ze al om 7.00 was begonnen. Dan werd er gezegd dat het haar eigen schuld was. Had ze maar pauze moeten nemen. Maar tussendoor zitten met een kopje thee heeft voor haar als zwarte vrouw een extra lading. “Los van het feit dat ik mevrouw niet op bed kan laten liggen terwijl ze haar medicijnen nodig heeft, was ik ook bang om als de langzame Surinamer gezien te worden. Dus ik werkte 200% om dat beeld van mij te veranderen.”
Had het voor Plak uitgemaakt als een bedrijfsarts destijds had gevraagd naar de invloed van racisme op haar lichamelijke klachten? “Ik heb mij in twaalf jaar zorgwerk maar 1 of 2 dagen ziek gemeld. Bedrijfsartsen kenden mij niet eens. Ik pleit er dan ook voor dat zorgmedewerkers een keer per jaar een check-up krijgen van de bedrijfsarts. Wat een bedrijfsarts in ieder geval kan doen, is ernaar vragen tijdens verzuim- en exitgesprekken. Dat had voor die mede-onderzoeker en haar collega’s die ziek werden door racisme in het team wel degelijk een groot verschil kunnen maken”. Duijs: “Bedrijfsartsen kunnen in zo’n geval een signalerende rol hebben naar de organisatie.”
Ook managers kunnen een verschil maken als het gaat om het bespreekbaar en zichtbaar maken van racisme. Duijs: “Er zijn managers die hun medewerkers aanmoedigen een officiële melding te maken van racisme en discriminatie. Zo is het een situatie waarbij het welzijn en de veiligheid van de medewerker in het geding is. Het is daarbij belangrijk dat deze melding wel opgevolgd wordt en de organisatie laat zien dat ze hun medewerkers steunt. Het begint bij het zichtbaar maken en het erkennen dat racisme een reden is voor ziekte en verzuim.”
De essentie van vier jaar onderzoek is vertaald naar het boek ‘Wat je niet ziet’. In het boek zijn de verhalen en portretten van de mede-onderzoekers te lezen en te zien. Zij kaarten de thema’s aan die vaak onzichtbaar zijn op de werkvloer, maar wel een grote impact hebben op de gezondheid van zorgmedewerkers. Het is een uitnodiging om stil te staan bij ‘wat je niet ziet’. De foto’s met de ingesproken verhalen van de mede-onderzoekers staan nu als tentoonstelling bij partners van het onderzoek. “We hopen dat de tentoonstelling gaat reizen. We kunnen niet alles veranderen, maar we kunnen het in ieder geval zichtbaar maken. En troost en steun bieden aan mensen die dit hebben meegemaakt of nog steeds meemaken”, zeggen Duijs en Plak.
Wil jij je als bedrijfsarts, verzekeringsarts, medisch adviseur, praktijkondersteuner bedrijfsarts of professional op het gebied van (publieke) gezondheidsbevordering leren hoe je racisme op de werkvloer bespreekbaar maakt? En wat jouw eigen rol hierin is? Schrijf je dan voor de nascholing in Utrecht op 16 december 2022 (van 13:20 tot 16:30 uur): ‘In gesprek over racisme op de werkvloer’.