030 810 05 00

Of stuur ons een e-mail

Menu

Onderzoek toont redenen waarom zwangeren niet kiezen voor kinkhoestvaccinatie

Datum: 3 okt '24

Jeugdgezondheidszorg Kennemerland registreert sinds eind 2023 de redenen waarom zwangeren niet kiezen voor de maternale kinkhoestvaccinatie. “Als we weten waarom ze niet voor de prik kiezen, kunnen we daarop inspelen,” legt jeugdarts en aios M+G 2e fase Libertje Bosma uit. Redenen zoals ‘ik wist het niet’, ‘ik was het vergeten’ en ‘ik vond het niet nodig’ worden vaak genoemd.

De maternale kinkhoestvaccinatie werd eind 2019 in Nederland ingevoerd om pasgeborenen vanaf hun geboorte te beschermen tegen kinkhoest. In Zuid en Midden Kennemerland, waar het onderzoek plaatsvond, ligt de gemiddelde vaccinatiegraad op 77,2 procent, maar bij jonge en/of laagopgeleide ouders is dit cijfer opvallend lager. Bekijk de cijfers hier.

Het onderzoek is een samenwerking tussen Jeugdgezondheidszorg Kennemerland en de Academische Werkplaats Jeugd en Gezondheid van het Amsterdam UMC en werd uitgevoerd door Nola Duijff (VU, stagiair), dr. Libertje Bosma (JGZ Kennemerland), dr. Sumayah Vandenbussche, Jasmijn van Heijst MSc en dr. Mariëtte Hoogsteder (Amsterdam UMC).

Praktische redenen of bewuste keuze

Het onderzoeksteam wilde niet alleen weten welke zwangeren zich niet laten vaccineren, maar vooral ook waarom. Met deze antwoorden gaan ze aan de slag. Bosma: “We merkten dat zwangeren niet altijd goed geïnformeerd waren of simpelweg vergaten een afspraak te maken. Dit zijn redenen waar we direct iets mee kunnen.” Ook voor de groep met prikangst ziet de jeugdarts mogelijkheden. Praktische redenen als het ontbreken van een afspraakmogelijkheid op een passend tijdslot of passende locatie werden niet genoemd.

Voor ouders die bewust besluiten de vaccinatie niet te nemen, ziet Bosma andere onderliggende vragen, zoals: baseren deze zwangeren zich op de juiste informatie? Een van de andere uitdagingen ziet ze in het feit dat de JGZ vaak niet weet wie zwanger is. “Het is de verloskundige die de zwangeren begeleidt en informeert over de prik, maar zij moet dit zonder extra tijd of financiële middelen doen,” vertelt de jeugdarts.

Toegankelijkheid van de JGZ

Om met deze kennis gezamenlijk de vaccinatiegraad te verhogen wil Bosma graag in gesprek met verloskundige samenwerkingsverbanden. “Hoe kunnen wij samen de zwangeren van de juiste informatie voorzien, zodat zij een goed geïnformeerde keuze kunnen maken?”, licht Bosma toe. De JGZ-professionals willen hierbij de verloskundig zorgverlener ontlasten. Binnen de JGZ worden namelijk al dagelijks gesprekken gevoerd over vaccineren, terwijl het voor verloskundigen nog relatief nieuw is.

Daarnaast ziet Bosma een rol voor de JGZ-professional in de begeleiding van zwangeren met vragen en twijfels. “Het is juist belangrijk om met deze groep in gesprek te gaan, zodat ze hun vragen kunnen stellen zonder dat dit betekent dat ze meteen de prik krijgen.” Om deze zwangeren te bereiken is een andere manier van samenwerken nodig. Bosma en collega’s van JGZ Kennemerland gaan daarom in overleg met de verloskundig zorgverleners in de regio.

Taak voor de sociale geneeskunde

De opleiding arts M+G benadrukt dat je als sociaal geneeskundige oog hebt voor maatschappelijke ontwikkelingen die raken aan de volksgezondheid en verder kijkt dan de eigen spreekkamer. “Ik vind het mooi dat je door een relatief simpele aanpassing in registreren, relevante informatie kunt verzamelen die je kunt gebruiken om gezondheidswinst te behalen”, zegt Bosma.

Het grotere doel is het verhogen van de vaccinatiegraad en het voorkomen dat baby’s onnodig in het ziekenhuis belanden of zelfs overlijden. Jeugdgezondheidszorg Kennemerland blijft de redenen voor het niet vaccineren aankomend jaar registreren en voegt de redenen om wél te vaccineren hieraan toe om nog meer inzicht te krijgen en mogelijke kansen op verbeteringen te vinden.

Wil je meer weten over dit onderzoek? Neem contact op met Libertje Bosma via jgz@jgzkennemerland.nl.