Het examenreglement is een juridisch document met onder meer formele regels over toelating, toetsing, examinering en diplomering. Het beschrijft wat deelnemers kunnen ondernemen tegen beslissingen die rechtsgevolgen kunnen hebben voor afronding van hun opleiding of module. Ook staan hierin de taken van de examencommissie beschreven. De medische vervolgopleidingen, niet medische opleidingen en bij- en nascholing en incompany hebben elk een eigen examenreglement.
Dit examenreglement geldt voor de medische vervolgopleidingen bedrijfsgeneeskunde, verzekeringsgeneeskunde, forensische geneeskunde en maatschappij en gezondheid met alle profielen.
Dit examenreglement geldt voor onderstaande niet medische opleidingen en voor de losse modulen in deze opleidingen.
Dit examenreglement geldt voor de bij- en nascholingsmodulen en het incompany onderwijs.
Voor de medische vervolgopleidingen en niet medische opleidingen staat de werkwijze van de examencommissie in een eigen huishoudelijk reglement vermeld.
Het examenreglement bepaalt wie bevoegd is om fraude vast te stellen en sancties daarvoor op te leggen voor de betreffende opleiding of module. Bij medische vervolgopleidingen besluit het hoofd van de opleiding opleiding bij een vermoeden van fraude na onderzoek of er maatregelen worden genomen, en zo ja, welke. Bij niet medische opleidingen en bij- en nascholing en incompany is de examencommissie daartoe bevoegd. Bij de uitvoering van deze bevoegdheid volgt het hoofd van de opleiding dan wel de examencommissie de regels uit het beleid fraude en plagiaat.
Het beleid fraude en plagiaat beschrijft onder meer wat fraude en plagiaat en het verantwoord gebruik van GenAI bij NSPOH inhoudt. Ook zijn de consequenties voor deelnemers van eventuele onregelmatigheden bij het maken van opdrachten en toetsen concreet beschreven. In geval van een vermoeden van fraude heeft NSPOH het recht om te controleren hoe een opdracht of toets tot stand gekomen is. De beoordelaars van opdrachten en toetsen zijn bevoegd het ingeleverde werk te controleren op plagiaat en kunnen daarbij gebruik maken van detectieprogramma’s voor plagiaat.
Wat deelnemers tegen besluiten over fraude en plagiaat kunnen ondernemen staat in het examenreglement. Indien een deelnemer van een medische vervolgopleiding het niet eens is met het door het hoofd van de opleiding genomen besluit om een maatregel te nemen, dan kan de deelnemer een verzoek om bemiddeling indienen bij de examencommissie. Indien de examencommissie vaststelt dat bemiddeling niet mogelijk is, kan de deelnemer het geschil voorleggen aan de geschillencommissie RGS. Indien een deelnemer van een niet medische opleiding of bij- en nascholing en incompany het niet eens is met het besluit van de examencommissie om een maatregel te nemen, dan kan de deelnemer het geschil voorleggen aan de beroepscommissie.
Heb je vragen? Neem dan contact op met je instituutsopleider.