030 810 05 00

Of stuur ons een e-mail

Menu

Baecke-Fassaert motoriek test (BFMT) toegepast in de praktijk Print

In het kort

De BFMT fungeert als een referentiekader voor het opsporen van motorische ontwikkelingsproblemen. Net als het van Wiechenonderzoek is het geen screenings of diagnostisch instrument. De BFMT is sinds november 2019 de landelijke jeugdgezondheidszorg (JGZ)-standaard voor het motorisch ontwikkelingsonderzoek van kleuters. Het maakt onderdeel uit van de nieuwe JGZ richtlijn Motorische Ontwikkeling. Deze richtlijn biedt kennis en praktische handvatten voor professionals in de JGZ over monitoring, preventie, signalering, advisering en verwijzing bij motorische ontwikkelingsproblemen bij kinderen van 0-18 jaar.

Wil je het motorisch ontwikkelingsonderzoek bij kinderen van 5-6 jaar met de BFMT goed leren uitvoeren en begrijpen waarom je doet wat je doet? Volg dan deze scholing van 1,5 dag.

Wil je leren met welke didactische tools je je collega’s kunt trainen in de BFMT? Volg dan de uitgebreide module van vier dagdelen in plaats van drie dagdelen. Volg dan de Train-de-trainer Baecke-Fassaert motoriek test.

Wat je leert

Tijdens het eerste dagdeel verdiep je je in de basis: wat, wie en hoe? Er wordt uitgelegd wat het doel van de BFMT is en waarom we deze test uitvoeren in Nederland. We gaan uiteraard ook in op de lege artis uitvoering van de BFMT, met handige tips en tricks voor uitvoer bij onder andere moeilijke doelgroepen. Hoe zorg je dat het onderzoek bij elk kind lukt? Daarnaast besteden we aandacht aan het bredere beeld: hoe kijk je naar het totaalplaatje van het kind dat voor je zit en naar wie verwijs je door indien nodig.

Bij het tweede dagdeel starten we met een wetenschappelijk kader, welk onderzoek is er gedaan en wat weten we over de onderbouwing van deze test? En wat betekent dit voor de duiding van de testuitkomsten? Kun je op basis van de BFMT wel een goede uitspraak doen over het motorisch functioneren van een kind?

We plaatsen de BFMT in een breder kader dan alleen een verplicht onderdeel van de PGO. Door informatie te kennen over de samenhang tussen een motoriek en andere ontwikkelingsgebieden kun je als zorgprofessional het belang van de motorische ontwikkeling in een breder perspectief zien. Dit helpt in het onderbouwen van adviezen die gegeven worden als de motoriek anders verloopt dan gemiddeld.

Tot slot wordt er ingegaan op een aantal bijzondere testuitslagen. Wat kun je doen als een kind alles nét wel of nét niet kan? Wat zijn nu de typische opmerkelijkheden die makkelijk over het hoofd gezien worden? Wie kun je inschakelen bij welke vragen?

Dagdeel 3 gaat dieper in op specifieke doelgroepen waarbij de motorische ontwikkeling anders kan verlopen. Welke signalen in de observatie van de motoriek zou je kunnen zien, en bij welke kenmerken zou je dat bijvoorbeeld kunnen zien? En waarom is vroegsignalering van mogelijke afwijkende ontwikkeling juist bij deze doelgroepen zo belangrijk?

Na afloop van deze module

  • kun je benoemen wat de BFMT is en uitleggen waarom we deze test gebruiken in Nederland.
  • kun je het onderzoek lege artis uitvoeren.
  • kun je uitleggen welke tools je kunt inzetten om te zorgen dat het onderzoek bij elk kind lukt.
  • kun je uitleggen hoe het onderzoek zich verhoudt tot de andere tools in de JGZ.
  • heb je kennis van theorie betreffende de motorische ontwikkeling.
  • weet je de sterke en zwakke punten van de BFMT.
  • kun je opgedane kennis over de BFMT en motoriek meewegen in de duiding van de BFMT en hiermee een onderbouwde uitspraak doen richting ouders over de uitslag van de BFMT.
  • kun je een onderbouwd vervolgplan opstellen, wanneer de motoriek meer aandacht behoeft.
  • kun je benoemen welke kenmerken in de algemene observatie van motoriek en de afname van de BFMT je kunnen helpen in het signaleren van mogelijk bredere problematiek.
  • kun je uitleggen waarom vroeg signalering belangrijk is voor deze doelgroep.
  • kun je bij verdenking op pathologie of reeds gediagnostiseerde pathologie, een onderbouwd advies geven om de motorische ontwikkeling te ondersteunen.

Voor wie

Jeugdartsen, verpleegkundig specialisten en jeugdverpleegkundigen, die de Baecke-Fassaert motoriek test in de praktijk brengen.

Docenten

  • Ellen Rietveld. Via haar masterthesis voor kinderfysiotherapie raakte zij betrokken bij het onderwijs over de BFTM. Nu werkt ze 3 dagen pw als kinderfysiotherapeut bij een eerstelijnspraktijk in de Drechtsteden. In haar lessen kijkt ze graag vanuit haar vakgebied naar motoriek. Naast de theorie komen ook haar ervaringen vanuit de praktijk aan bod. Van elkaar leren vindt ze leuk.
  • Hetty Gorter. Leren kijken naar bewegen van kinderen is één van haar passies als ervaren kinderfysiotherapeut. Ze heeft bijna 45 jaar gewerkt bij het Revalidatiecentrum het Roessingh en hield zich dagelijks bezig met het beoordelen van afwijkingen in de motorische ontwikkeling bij jonge kinderen, signaleren van pathologie en reeds gediagnosticeerde pathologie. Als docent geeft ze haar kennis graag door aan JGZ-professionals zodat ouders en kinderen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.

Rooster

Datum Starttijd Eindtijd Onderwerp Locatie

Incompany

Het kan zijn dat je een volledige afdeling wilt laten bijscholen. Of je wilt heel specifieke vaardigheden aanleren. In die gevallen biedt incompany onderwijs uitkomst. Lees verder over onze scholing op maat.