030 810 05 00

Of stuur ons een e-mail

Menu

Feestelijke diploma-uitreiking op 2 november 2022

Datum: 9 nov '22

Op woensdag 2 november namen 36 van de 44 afstudeerders hun diploma in ontvangst in het Postillion Hotel in Bunnik. Na het welkomstwoord en de felicitaties van afdelingsmanager Public Health a.i. Frits Coumans nam Susanne Klappe het stokje over. Susanne nam met haar interactieve lezing het publiek mee in de wereld van lichaamswijsheid.

Daarna verplaatsten de deelnemers, praktijkopleiders, familie en/of vrienden zich naar de subruimtes waar de deelnemers door de praktijkopleider nog eens extra in het zonnetje werden gezet. Hier namen de deelnemers hun diploma in ontvangst. De dag werd afgesloten met een gezamenlijke borrel in de lobby waar ook groepsfoto’s van alle opleidingsgroepen werden gemaakt. Kortom een geslaagde diploma-uitreiking.

Diploma’s werden uitgereikt aan de aanwezige deelnemers die de volgende opleidingen succesvol hebben afgerond:

De volgende diploma-uitreiking staat gepland op woensdag 22 maart 2023.

Ziek door racisme

Datum: 8 nov '22

De gezondheid van zorgmedewerkers in de ouderenzorg staat onder druk. Veel vallen uit. En niet alleen door de hoge werkdruk. Racisme is een onbesproken oorzaak van verzuim, blijkt uit onderzoek van promovenda Saskia Duijs. “Racisme op de werkvloer voelt als werken in een stresspak”, vertelt verzorgende en mede-onderzoeker Olivia Plak. Toch blijft dit nog te vaak onbesproken. Welke rol is hier weggelegd voor de Arboprofessional?

Geschreven door Lie Kietselaer

Vier jaar geleden startte Saskia Duijs samen met collega’s van de vakgroep Ethiek, Recht en Humaniora aan het Amsterdam UMC haar promotieonderzoek ‘Gezond zorgen’ over de gezondheid van laagbetaalde zorgmedewerkers in de ouderenzorg. Het doel van dit participatief onderzoek is met en van elkaar leren, en bij te dragen aan verandering. Zorgmedewerkers onderzochten, samen met de onderzoekers van het Amsterdam UMC en fotografe Janine Schrijver, wat voor hen zélf belangrijk is als het gaat om hun gezondheid. 

Blinde vlek

“Onderzoekers hebben vaak een andere achtergrond dan de mensen waar zij onderzoek naar doen. Het is lastig om te weten wat er speelt in een wereld die niet de jouwe is. Daarom is het zo belangrijk om echt samen onderzoek te doen. Alle onderwerpen in onze studie zijn door zorgmedewerkers zelf op tafel gelegd. In 2018 merkte een van de mede-onderzoekers op dat steeds meer collega’s gingen zzp’en. En een mannelijke mede-onderzoeker vertelde dat het bijna altijd over vrouwen in de zorg gaat en nauwelijks over mannen. Die onderwerpen hebben we toen samen opgepakt”, legt Duijs uit.

In de eerste fase van het onderzoek legden tien zorgverleners en mantelzorgers hun leven vast, samen met fotografe Janine Schrijver. De foto’s laten zien op wat voor manier hun gezondheid onder druk staat. Deze onderzoeksmethodiek heet photovoice. Deelnemers kozen zelf de foto’s die voor hen belangrijk waren. Aan de hand van foto’s gingen de onderzoekers daarover met de deelnemers in gesprek.

Van deelnemer naar mede-onderzoeker

Na afloop van het photovoice project werden de belangrijkste foto’s gebundeld en afgedrukt op een poster. Met de posters zijn vijf deelnemers, waaronder Plak, collega’s in het hele land gaan interviewen. Vanaf dat moment waren zij volwaardige mede-onderzoekers in het project. “We legden de posters op de keukentafel van andere zorgmedewerkers of mantelzorgers en vroegen of ze de thema’s herkenden. En wat voor hen belangrijk is. We interviewden zzp’ers, mensen in vaste dienst, flexwerkers, vrouwen én mannen”, zegt Duijs.

Na een van de interviews rijden Duijs en Plak naar huis als er een gevoelig onderwerp ter sprake komt. “We hadden het over van alles. Op een gegeven moment vertelde ik wat voor invloed racisme en discriminatie had op mijn gezondheid en werkplezier toen ik als verzorgende werkte”, vertelt Plak, “Racisme is een verborgen en onbesproken wortel van verzuim, uitval en ziekte. Maar veel mensen zijn bang voor wat er gaat gebeuren op de werkvloer als zij erover praten. Bij Saskia was er het vertrouwen en de veiligheid om dit ter sprake te brengen.”

Olivia Plak. De foto komt uit het boek ‘Wat je niet ziet’ en is gemaakt door fotograaf Janine Schrijver

Op het moment van het gesprek zijn ze al anderhalf jaar bezig met hun onderzoek. Toch duurde het een tijd voordat Plak zich veilig genoeg voelde om racisme aan te kaarten. Volgens Duijs een belangrijke les. “We onderzochten thema’s zoals armoede, genderongelijkheid, schulden en discriminatie. We [het onderzoeksteam red.] wisten dat dit speelde, onze afdeling is er zelfs in gespecialiseerd. Toch duurde het heel lang om het vertrouwen op te bouwen dat we het hier over konden hebben.”

Gedoe in het team

Bij een andere mede-onderzoeker bleek racisme ook heel erg te spelen in het team. Veel collega’s werden hier ziek van en vielen uit maar in gesprekken met de bedrijfsarts werd dit niet benoemd of naar gevraagd. Terwijl de een na de andere collega onderuit ging. Ook in de vijf studies die Duijs deed, kwam racisme naar voren als oorzaak van verzuim. “Witte mensen als ik moeten heel bewust ruimte creëren om racisme en discriminatie bespreekbaar te maken. Als dat was gebeurd, dan had het gesprek tussen deze zorgverleners en de bedrijfsarts er wellicht heel anders uitgezien”, aldus Duijs. Ze maakte dit zelf mee tijdens haar onderzoek. “Zorgmedewerkers hadden het tegen mij, als witte onderzoeker, vaak over het gedoe In het team. Als ik dan vroeg of die andere collega wit was en of dat meespeelde, dan pas kwam naar voren dat dit het geval was. Als ik niet had doorgevraagd, was het bij gedoe in het team gebleven.”

Veel zorgorganisaties zijn met dit onderwerp bezig en hebben diversiteitsprogramma’s. Waarom is racisme dan toch onbespreekbaar? “We hebben veel mensen gesproken die hier heel integer en gepassioneerd mee bezig zijn op de werkvloer. Maar wat onderbelicht blijft, is dat racisme meespeelt in verzuim, uitstroom en de keuze voor het zzp-schap”, legt Duijs uit. Iets dat Plak kan beamen. Zij is een paar jaar eerder met pensioen gegaan. Racisme was een van de oorzaken. “Racisme en uitsluiting geeft stress. Je moet het zien als rondlopen in een stresspak. Een te strakke jas. Dit veroorzaakt een hoge bloeddruk en diabetes. Er zijn heel veel zorgmedewerkers met diabetes, hoge bloedruk, rugklachten.”

Soms was de werkdruk zo hoog, dat ze pas om 12.00 iets kon drinken terwijl ze al om 7.00 was begonnen. Dan werd er gezegd dat het haar eigen schuld was. Had ze maar pauze moeten nemen. Maar tussendoor zitten met een kopje thee heeft voor haar als zwarte vrouw een extra lading. “Los van het feit dat ik mevrouw niet op bed kan laten liggen terwijl ze haar medicijnen nodig heeft, was ik ook bang om als de langzame Surinamer gezien te worden. Dus ik werkte 200% om dat beeld van mij te veranderen.”

Rol Arboprofessional

Had het voor Plak uitgemaakt als een bedrijfsarts destijds had gevraagd naar de invloed van racisme op haar lichamelijke klachten? “Ik heb mij in twaalf jaar zorgwerk maar 1 of 2 dagen ziek gemeld. Bedrijfsartsen kenden mij niet eens. Ik pleit er dan ook voor dat zorgmedewerkers een keer per jaar een check-up krijgen van de bedrijfsarts. Wat een bedrijfsarts in ieder geval kan doen, is ernaar vragen tijdens verzuim- en exitgesprekken. Dat had voor die mede-onderzoeker en haar collega’s die ziek werden door racisme in het team wel degelijk een groot verschil kunnen maken”. Duijs: “Bedrijfsartsen kunnen in zo’n geval een signalerende rol hebben naar de organisatie.”

Ook managers kunnen een verschil maken als het gaat om het bespreekbaar en zichtbaar maken van racisme. Duijs: “Er zijn managers die hun medewerkers aanmoedigen een officiële melding te maken van racisme en discriminatie. Zo is het een situatie waarbij het welzijn en de veiligheid van de medewerker in het geding is. Het is daarbij belangrijk dat deze melding wel opgevolgd wordt en de organisatie laat zien dat ze hun medewerkers steunt. Het begint bij het zichtbaar maken en het erkennen dat racisme een reden is voor ziekte en verzuim.”

Uit het boek ‘Wat je niet ziet’, gemaakt door fotograaf Janine Schrijver

Boek ‘Wat je niet ziet’

De essentie van vier jaar onderzoek is vertaald naar het boek ‘Wat je niet ziet’. In het boek zijn de verhalen en portretten van de mede-onderzoekers te lezen en te zien. Zij kaarten de thema’s aan die vaak onzichtbaar zijn op de werkvloer, maar wel een grote impact hebben op de gezondheid van zorgmedewerkers. Het is een uitnodiging om stil te staan bij ‘wat je niet ziet’. De foto’s met de ingesproken verhalen van de mede-onderzoekers staan nu als tentoonstelling bij partners van het onderzoek. “We hopen dat de tentoonstelling gaat reizen. We kunnen niet alles veranderen, maar we kunnen het in ieder geval zichtbaar maken. En troost en steun bieden aan mensen die dit hebben meegemaakt of nog steeds meemaken”, zeggen Duijs en Plak.

Meer weten over dit onderwerp?

Wil jij je als bedrijfsarts, verzekeringsarts, medisch adviseur, praktijkondersteuner bedrijfsarts of professional op het gebied van (publieke) gezondheidsbevordering leren hoe je racisme op de werkvloer bespreekbaar maakt? En wat jouw eigen rol hierin is? Schrijf je dan voor de nascholing in Utrecht op 16 december 2022 (van 13:20 tot 16:30 uur): ‘In gesprek over racisme op de werkvloer’.

 

Marloes van Stralen wint Reinier Zielhuispenning 2022

Datum: 7 nov '22

Marloes van Stralen, aios bedrijfsgeneeskunde bij de NSPOH, heeft de Reinier Zielhuispenning 2022 gewonnen met haar onderzoek naar persoons- en ziekte gebonden factoren die van invloed zijn op de verzuimduur na een COVID-19 infectie. De bedrijfsarts kan met deze kennis actief navraag doen naar de relevante factoren tijdens de verzuimbegeleiding en betere prognoses en adviezen geven aan zowel werkgever als werknemer. Het onderzoek is inmiddels gepubliceerd in het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde.

Marloes van Stralen wint Reinier Zielhuispenning 2022

In de eerste instantie had van Stralen een heel ander onderzoeksonderwerp gekozen. Maar toen brak de pandemie los. Ze besloot te switchen en koos voor een actueel en relevant onderwerp: factoren die van invloed zijn op de verzuimduur door COVID-19. “Vlak voor de start van de uitvoering van dat eerdere onderzoek bleek dat het niet door kon gaan vanwege allerlei veranderingen bij het klantbedrijf. Dan toch opnieuw beginnen en doorgaan met een heel ander project geeft nog meer kleur aan deze welverdiende prijs. Nogmaals gefeliciteerd Marloes!”, aldus onderzoeksbegeleider Erik Noordik.

De Reinier Zielhuispenning wordt eens in de twee jaar uitgereikt door de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) aan de aios bedrijfsgeneeskunde die in het kader van de opleiding het beste onderzoeksartikel heeft geschreven. De artikelen worden ingezonden door de opleidingsinstituten NSPOH en SGBO. De CBZ beoordeelt de artikelen en roept de winnaar uit. Volgens de NVAB is het onderzoek van Stralen ‘goed uitgevoerd en helder beschreven met uitgebreide analyse’. Ook was de NVAB onder de indruk van de hoge kwaliteit van inzendingen dit jaar.

De andere drie genomineerden zijn:

  • Ryan Abdoelkarim: “Militaire oorlogsjournalisten; een vergeten groep? Een verkennende studie naar belastende en beschermende factoren voor leden van het Combat Mediateam bij Defensie” (NSPOH)
  • Inge van Vulpen- Bonnemayers: “Wat is de invloed van het coschap Sociale Geneeskunde op het beeld dat coassistenten van het bedrijfsartsen vak hebben?” (SGBO)
  • Ankie van den Oord: “Re-integreren met een stoma. Wat gaat er goed, wat kan er beter” (SGBO).

Opleiding arts bedrijfsgeneeskunde

Klik op opleiding bedrijfsarts voor meer informatie.

Aftermovie SOGEON Congres praktijkopleiders M+G 2022

Datum: 24 okt '22

Tijdens de tweede editie van het SOGEON Congres op woensdag  21 september werden praktijkopleiders M+G uitgedaagd kritisch, onderzoekend en nieuwsgierig op hun eigen rol te reflecteren. Het congres bood voor zowel beginnende als ervaren praktijkopleiders een scala aan lezingen, workshops en discussies. De vier hoofdthema’s vakmanschap, leiderschap, samenwerking en academisering voor didactische scholingen stonden centraal.

De 215 deelnemende praktijkopleiders hebben het congres gewaardeerd met een 7.9! Een heel mooi eindresultaat waar we trots op zijn. Het congres wordt jaarlijks georganiseerd door de NSPOH samen met TNO in opdracht van SOGEON.

Save the date

De volgende editie vindt plaats op woensdag 20 september 2023 (dag na Prinsjesdag).

Aios en opleiders | Medische milieukunde en infectieziektebestrijding

Datum: 20 okt '22

Wij geloven in de sociale gezondheidszorg. We willen dat wie in de zorg werkt, opgeleid wordt in preventief denken en werken. NSPOH De Podcast neemt je mee in de wondere wereld van artsen, verpleegkundigen, opleiders en andere professionals werkzaam in de publieke gezondheid en duurzame participatie. Het eerste seizoen is het woord aan aios en opleiders.

S01E02 Medische milieukunde en infectieziektebestrijding

In het eerste seizoen van NSPOH De Podcast spreken we met artsen en verpleegkundigen die werkzaam zijn binnen de sociale geneeskunde en die bij ons in opleiding zijn. Ook laten we onze opleiders aan het woord zodat je een beeld krijgt hoe onze opleidingen eruitzien. In deze episode gaat opleider Evi Vermeer in gesprek met aios medische milieukunde Nora van Gaal en aios infectieziektebestrijding Nikita ven der Berg.

5 nascholingsmodulen voor JGZ-professionals

Datum: 17 okt '22

Ben jij werkzaam als jeugdverpleegkundige of jeugdarts en wil je je kennis vergroten over slaap-, eet en zindelijkheidsproblemen, emoties bij kinderen en/of ziekteverzuim bij scholieren? Dan zijn deze 5 nascholingsmodulen interessant.

Slaap

Vragen over het slaapgedrag van peuters vraagt specifieke kennis van jou als JGZ- professional. De jeugdgezondheidszorg heeft een preventieve taak bij het voorkomen van slaapproblemen. Ook signaleren hoort in je takenpakket. Na deze nascholingsmodulen ben je zelfverzekerder als ouders bij je komen met hun slaapprobleem van hun peuter.

Peuters en slaap
Startdatum: 25 november 2022. Halve dag.

Voeding

In de jeugdgezondheidszorg krijg je als professional veel vragen over eten en drinken van peuters. Bij ouders spelen onderliggende gedachten en angsten vaak mee. Gedachten als: ‘Maar hij moet toch eten!’ Deze gedachten en angsten hebben weer consequenties voor hoe ouders/verzorgers omgaan met het eetgedrag van hun peuter. Na deze nascholingsmodulen weet je hoe je ouders ondersteunt bij deze vraagstukken.

Voeding en eetgedrag
Startdatum: 11 november 2022. Halve dag.

Zindelijkheid

Zindelijkheidsproblematiek komt veel voor. Ruim 1 op de 6 kinderen van zes jaar plast nog geregeld in bed. Ook bij oudere kinderen en volwassenen komt dit probleem vaker voor. Dit kan gevoelens van schaamte en onzekerheid opwekken. Gelukkig blijkt het in 98% van de gevallen niet om een lichamelijke afwijking te gaan. Met de juiste aanpak is droog slapen goed te leren. Na deze nascholingsmodulen heb je praktische handvatten die je direct in de praktijk kunt toepassen.

Zindelijkheid
Startdatum: 29 november 2022. Halve dag.

Emoties

Kinderen leren lopen en zindelijk worden, maar hoe ze met emoties om moeten gaan, wordt vaak vergeten. Er wordt vanuit gegaan dat ze dat wel weten. Terwijl ze juist hierbij veel begeleiding van ouders nodig hebben. Na deze nascholingsmodulen weet je hoe je ouders kunt begeleiden bij angsten of driftbuien van hun kinderen.

Over kinderen en emoties gesproken
Startdatum: 6 december 2022. Halve dag.

Verzuim scholieren

MAZL is een effectieve interventie voor een integrale aanpak van ziekteverzuim bij scholieren in het voortgezet onderwijs en het MBO. Schoolmedewerkers, jeugdartsen en leerplichtambtenaren hebben samen aandacht en zorg voor leerlingen met ziekteverzuim, waardoor problematiek vroegtijdig in beeld komt. Na deze tweedaagse nascholingsmodulen weet je o.a. hoe je ziekte kunt vertalen naar participatiemogelijkheden.

MAZL training
Startdatum: 9 november. Twee dagen.

Aios en opleiders | Forensische geneeskunde

Datum: 29 sep '22

Wij geloven in de sociale gezondheidszorg. We willen dat wie in de zorg werkt, opgeleid wordt in preventief denken en werken. NSPOH De Podcast neemt je mee in de wondere wereld van artsen, verpleegkundigen, opleiders en andere professionals werkzaam in de publieke gezondheid en duurzame participatie. Het eerste seizoen is het woord aan aios en opleiders.

S01E01 Forensische geneeskunde 

In het eerste seizoen van NSPOH De Podcast spreken we met artsen en verpleegkundigen die werkzaam zijn binnen de sociale geneeskunde en die bij ons in opleiding zijn. Ook laten we onze opleiders aan het woord zodat je een beeld krijgt hoe onze opleidingen eruitzien. In deze episode gaat opleider Evi Vermeer op stap met aios forensische geneeskunde Christine Beumer en in gesprek met instituutsopleider Cecile Woudenberg.

Civiel militaire samenwerking: waar defensie en publieke gezondheid samenkomen

Datum: 29 sep '22

‘Defensie bereidt zich voor op hulpverlening in strijd tegen corona’ kopte de krant begin 2020. Tijdens de coronacrisis is defensie regelmatig ingeschakeld om te ondersteunen in gezondheidszorginstellingen. Hoe verloopt zo’n samenwerking eigenlijk? En wat kunnen we ervan leren? Jacobine Janse, MD Stafofficier Militaire Gezondheidszorg, doet promotieonderzoek naar civiel militaire samenwerking tijdens de uitbraak van ziekte. Adriaan Hopperus Buma is opleider/adviseur bij de NSPOH en maakt deel uit van het onderzoeksteam. We spraken met Jacobine en Adriaan over het spanningsveld van civiel militaire samenwerking en de eenzame strijd van het schrijven van een proefschrift bij defensie.

Geschreven door Lie Kietselaer

(Zie kaders onderaan de pagina voor extra achtergrondinformatie over Jacobine en Adriaan.)

Daar waren ze ineens. Militairen in gezondheidszorginstellingen tijdens de coronacrisis. Waar kwamen ze vandaan?

Jacobine: “Op zo’n moment laten ze iets anders uit hun handen vallen. Met crisis is dat oké natuurlijk. Maar het is niet dat ze zitten te wachten op een kazerne tot dat de telefoon gaat. Want dat beeld bestaat nog wel eens.”

Adriaan: “Of dat ze alleen ter ondersteuning in geval van calamiteit worden ingezet. Defensie heeft meer taken. Zeker nu met de Oekraïne kan het zijn dat er troepen nodig zijn om richting de oostgrens van de NAVO op te schuiven. Zij zijn niet meer beschikbaar voor ondersteuning tijdens calamiteit. Naast ondersteuning bij rampen en crisis, heeft defensie als taken het beschermen van eigen grondgebied en bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit.
Wat defensie doet op dagelijkse basis neemt de samenleving nauwelijks waar. Een antipiraterijmissie op zee ziet niemand, terwijl het heel nuttig werk is. Dat betekent dat er niet meteen capaciteit beschikbaar als het Ministerie van Volksgezondheid en Sport op een knop drukt. Dat vergt heel veel coördinatie en dan zit je weer midden in de publieke gezondheid. Hoe ga je om met schaarse middelen?”

Emergency Management Cycle

Jacobine: “Wat je vaak op tv ziet, is de responsfase van de Emergency Management Cycle. Maar Emergency Management, en in ons geval Outbreak Management, is veel meer dan dat. Het begint al bij de eerste fase, namelijk preventie, het inzetten van risicobeperkende maatregelen. Dit kan bijvoorbeeld door een vaccinatiecampagne op te zetten.
Ondanks preventieve maatregelen is een uitbraak niet altijd te voorkomen, hier moet je je op voorbereiden: de voorbereidingsfase. Activiteiten, programma’s en systemen voorafgaand aan een noodsituatie. Dit om voorbereid te zijn op ondersteuning tijdens een calamiteit en om de ramp te beperken. Dit doe je bijvoorbeeld door draaiboeken klaar te hebben liggen op basis van verschillende scenario’s.
Vervolgens kost het tijd om de plannen uit de voorbereidingsfase concreet uit te voeren wanneer een calamiteit zich daadwerkelijk voordoet, dit noemen we de gereedheidsfase. Het kost nu eenmaal tijd om een noodhospitaal te bouwen.
Dan pas breekt de responsfase aan. De activiteiten en programma’s uit de voorbereidingsfase worden ingezet om de ramp te bestrijden. Je ziet op televisie militairen helpen in een overvol ziekenhuis. Dan de fase van herstel. Langdurige activiteiten en programma’s na de eerste crisisperiode om alle systemen terug te brengen naar hun normale toestand of te herstellen naar een nieuwe, minder kwetsbare toestand. Na de noodsituatie worden plannen bijgewerkt en corrigerende maatregelen geïmplementeerd. Dan is de cirkel rond.”

De overeenkomst tussen oorlogstaal en infectieziektetaal

Jacobine: “Mijn promotieonderzoek gaat over hoe de civiel militaire samenwerking verloopt tijdens de uitbraak van ziekte in alle fases en breder dan covid-19. Waar begin je, wat is er al bekend en waar voeg je nog iets toe? Ik begon met literatuuronderzoek en realiseerde me dat het heel erg versnipperd is. Naast medische infectieziekte en Outbreak Management gaat het ook over sociale wetenschappen en organisatie. Wat zijn de thema’s als het gaat om civiel militaire samenwerking? Zijn er overlappende thema’s en activiteiten in verschillende fases van de Emergency Management Cycle?
Ik kwam erachter dat oorlogstaal en infectieziektetaal heel erg overeenkomen. Als ik zocht op military en outbreak kreeg ik ook war outbreaks. Maar als ik outbreak eruit haalde, dan kreeg ik geen resultaten meer voor infection disease outbreak. Ik heb me echt verkeken hoeveel tijd een goede zoekstrategie kost. Uiteindelijk bleven er 54 van de 8360 papers over.”

Vijf thema’s

Jacobine: “In de 54 papers komt naar voren dat er in alle fases van de Emergency Management Cycle wordt samengewerkt. Al sinds mensenheugenis zijn infectieziekte een bedreiging voor militairen en militaire inzet. Defensie heeft er veel baat bij om in preventie te investeren, zeker de Amerikanen zijn daar goed in. Die doen heel veel onderzoeksprogramma’s naar HIV, malaria, Dengue en daar is al sprake van civiel militaire samenwerking. Behalve in de herstelfase, misschien wordt dat wel gedaan, maar er is heel weinig literatuur over.
Verder komen er vijf thema’s uit. Het eerste thema is relaties, zorg dat je elkaar aan de voorkant al kent, ook als je nog niet zoveel kan betekenen. Het tweede thema zijn de randvoorwaarden, zoals juridisch en financieel. Is er geld, wat heb je nodig en is dat beschikbaar. Het derde thema is integratie van je activiteit. Defensie is heel erg gesloten, als iedereen omvalt moet defensie door. Dat maakt defensie zelfstandig en onafhankelijk en die moeten dan gaan samenwerken op een systeem waar ze niet op aangesloten zijn. Dus je moet investeren in die aansluiting. Het vierde thema is governance. Wie is verantwoordelijk voor wat en welke taken horen daarbij? Het laatste thema is het civiel militaire verschil. Iedere organisatie brengt hun eigen cultuur mee en dat geldt ook voor defensie.”

Cultuurverschil defensie en gezondheidszorginstellingen

Jacobine: “Tijdens Ebola in West-Afrika zijn uit zeker zes landen militairen ingezet en daar zijn rapporten over geschreven. In chaos zorgt defensie voor structuur. De manier waarop is vrij directief. Veel ngo’s zijn gewend aan consensus en overleg. Zij hebben dan het gevoel dat de militairen het ‘komen overnemen’ en de militairen denken op hun beurt, maar dat is toch de bedoeling?
Een van de bevindingen die ik zelf belangrijk vind, is dat we veel niet weten. Het effect wordt nauwelijks geëvalueerd.  We bellen defensie, er komen militairen en daarna gaat iedereen weer weg. Wat je ervan leert en waar je écht effectief in bent, is nog een soort leemte. Daar mag meer onderzoek naar komen.

Adriaan: “Dat is ook wel verklaarbaar, hè? Defensie is een echte doe organisatie. Je wordt erbij gehaald, het systeem treedt in werking, dan is het weer voorbij en ga je verder met de volgende klus of de oorspronkelijke taken. Niet alleen bij defensie. Ook het Ministerie van VWS en gezondheidsorganisaties bedanken de militairen en gaan weer verder met de orde van de dag, namelijk patiëntenzorg.”

Onderzoeksteam samenstellen

Adriaan: “Jacobine liep hier tijdens haar werk bij defensie tegenop. Dan ga je je erin verdiepen. Via connecties bij de medische vervolgopleiding Maatschappij + Gezondheid van de NSPOH en Aura Timen, destijds van het RIVM en promotor voor dit onderzoek, kwam ze uiteindelijk bij mij terecht. De Koninklijke Militaire Academie heeft ook een aantal wetenschappers die hier mee bezig zijn en zodoende stel je een team samen.
Ik was er voornamelijk een sparringpartner. We lazen de artikelen onafhankelijk van elkaar en daarna bespraken we of we de artikelen op de hetzelfde manier interpreteerden. Verder dacht ik mee met de onderzoeksvraag en het type onderzoek.
Wat het voor mij extra leuk maakt, is dat ik de eenzame strijd herken die je binnen defensie voert. Een proefschrift schrijven in een organisatie die niet primair wetenschappelijk georiënteerd is, is heel anders dan in bijvoorbeeld een academisch ziekenhuis. Als arts stap je daar vaak in een rijdende onderzoekstrein. Bij defensie moet je veel meer dingen zelf doen. Daar zit de uitdaging. En de leermomenten.”

Jacobine: “Ik heb iemand nodig die vanuit een medisch militaire scope mee kan kijken, want mijn team is medisch en sociaal wetenschappelijk onderlegd. Adriaan knoopt militair medisch en civiel militair aan elkaar. Want het zijn echt twee verschillende onderzoeksgebieden.”

Adriaan: “Artsen M+G moeten van nature een beetje een duizendpoot zijn. Ook bij defensie streefde ik altijd naar civiel militaire samenwerking. Een extra motivatie om aan dit onderzoek mee te doen.”

Wetenschappelijke nek uitsteken

Jacobine: “Ik vind het ook erg leuk dat ik weet waar mijn collega’s in andere landen mee bezig zijn. Er zijn anderen die hier ook onderzoek naar doen en hierover publiceren. Dat heeft mijn kennis en horizon verbreed. Ook wat er voor mijn tijd geschreven is. En Adriaan kent die mensen ook allemaal en geeft context aan het artikel omdat hij precies weet waar die mensen op dat moment waren en wat er gebeurde.
Het is een mooie manier om je kennis en netwerk te vergroten. Er wordt wel eens gezegd dat de wetenschappelijke wereld heel gesloten is. Maar ik heb dat zelf niet zo ervaren. Collega’s zijn juist heel erg behulpzaam. Het is ook nog een klein onontgonnen gebied. Misschien dat we daarom zo open staan voor samenwerking.”

Adriaan: “De militaire organisatie gaat in principe uit van een groepsprestatie. Een schip of eenheid gaat op pad. Het zit in de cultuur ingebakken dat het team vooropstelt als je lang weg bent. Dat is een duidelijk verschil met de civiele sector. Als dokter of specialist gaat het veel meer over je professionele individuele houding.
Ik heb mijn proefschriftperiode hetzelfde ervaren als Jacobine. De openheid was opvallend groot. Je hebt hetzelfde doel voor ogen. Naast het schrijven van het proefschrift, is ook de internationale samenwerking heel waardevol geweest. En nog steeds eigenlijk. Als je je wetenschappelijke nek uitsteekt, dan gaan er vanzelf radertjes draaien.”

Jacobine: “De kennis die ik vergaar, deel ik ook weer met de twee aios die ik opleid. We moeten in de militaire gezondheidszorg een professionaliseringsslag maken. Een onderdeel daarvan is wetenschappelijk onderzoek. Als ik daar een bijdrage aan kan leveren, wil ik mij daar de komende jaren nog wel mee bezig houden.”

Kaders

Jacobine Janse

In 2007 is Jacobine Janse na haar opleiding geneeskunde naar de luchtmacht gegaan en werkte daar als algemeen militair arts en vliegerarts. Ze werd uitgezonden naar Afghanistan en naar een varende missie voor de kust van Oost-Afrika. Ze vindt een zelfstandige militaire gezondheidszorgorganisatie mooi, maar ook kwetsbaar als het over kwaliteit van zorg gaat.  Daarom startte zij in 2012 met de opleiding arts Maatschappij + Gezondheid bij de NSPOH, met beleid en advies en infectieziektebestrijding in haar vrije ruimte. In 2014 ruilde ze de spreekkamer in voor een staffunctie. Eerst voor de luchtmacht en toen voor de Defensie Gezondheidszorgorganisatie (DGO). Ze hield zich vooral bezig met de operationele militaire gezondheidszorg, de medische zorg in het veld. In 2017 rondde zij haar opleiding arts M+G af. In 2020 startte ze met haar promotieonderzoek.

Adriaan Hopperus Buma

Adriaan Hopperus Buma ging in 1982 bij defensie werken o.a. als hoofd geneeskundige opleidingen. Daarna werkte hij vier jaar bij de NAVO als Medical Planner. In die periode begon hij ook de opleiding algemene gezondheidszorg, nu arts Maatschappij + Gezondheid, en werd uitgezonden naar Ivoorkust met een Amerikaans veldhospitaal, was Chief Medical Officer na Hurricane Louis op Sint-Maarten en was hij als medische dokter nauw betrokken bij de vluchtelingenopvang in Albanië tijdens de Kosovo oorlog namens de NAVO. Hij schreef zijn proefschrift over de mariniers uitzending in Cambodja voor de VN. Ook was hij één van de medeoprichters van het DMCC-diploma in de rampengeneeskunde. In 2012 ging hij met functioneel leeftijdsontslag bij defensie. Daarna is hij gevraagd door de NSPOH te assisteren bij het opzetten van opleidingen voor defensie.

Meer weten?

Jacobine Janse, Jori Pascal Kalkman, George Louis Burchell, Adriaan Pieter Cornelis Christiaan Hopperus Buma, Teun Zuiderent-Jerak, Myriame Thérèse Isabella Beatrice Bollen, Aura Timen.
Civil–military cooperation in the management of infectious disease outbreaks: a scoping review.

Meer gepubliceerde onderzoeken bekijken? Klik op Publicaties wetenschappelijk onderzoek NSPOH opleidingen.

Discriminatie en armoede onbesproken oorzaken verzuim ouderenzorg

Datum: 22 sep '22

Laagbetaalde zorgprofessionals in de ouderenzorg, lijden vaker onder armoede, discriminatie en racisme. Blijkt uit onderzoek. In het boek ‘Wat je niet ziet’ wordt de uitkomst van het onderzoek belicht aan de hand van vijf geportretteerde zorgprofessionals. ‘Met dit boek willen we de vaak onbesproken oorzaken van verzuim en uitstroom onder de aandacht brengen bij zorgorganisaties en beleidsmakers, om bij te dragen aan de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Dat is zeer belangrijk, zeker nu het tekort aan zorgpersoneel alleen maar groter wordt’, aldus Saskia Duijs, promovenda Amsterdam UMC.

Veel onderzoeken over problemen in de ouderenzorg richten zich op werkdruk, personeelstekorten en administratieve last. Maar met dit onderzoek wordt zichtbaar gemaakt wat de verborgen en verzwegen redenen zijn die de gezondheid van zorgmedewerkers onder druk zetten. Onder begeleiding van fotograaf Janine Schrijver fotografeerden zorgmedewerkers en mantelzorgers in 2018 en 2019 hun eigen leven en werk. Hieruit selecteerden de medewerkers de voor hun meest aansprekende foto’s.

Daarnaast gingen de onderzoekers en medewerkers samen in gesprek met collega’s, beleidsmakers en zorgorganisaties. De thema’s die duidelijk naar voren kwamen, waren armoede, racisme en discriminatie. In de tweede fase van het onderzoek, tussen 2019-2021, hebben de onderzoekers van Amsterdam UMC 153 interviews bij zorgmedewerkers afgenomen en geanalyseerd.

Maatschappelijke ongelijkheid

De onderzoekers waren op zoek naar de manier waarop maatschappelijke ongelijkheden doorsijpelen naar de werkvloer, met name in de zorg voor ouderen. Duijs: “Over armoede, discriminatie en racisme wordt in de zorgsector te weinig gesproken. We hebben onderzocht wat de impact hiervan is op de gezondheid van zorgmedewerkers en de keuze om zzp’er te worden”. Hierbij werd niet alleen gekeken naar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen mensen met en zonder geldzorgen en tussen witte mensen en mensen van kleur.

Zo kwam uit het onderzoek naar voren dat alle betaalde zorgverleners lijden onder het gebrek aan waardering voor hun werk. Maar dat met name de korter opgeleide vrouwen die echt in de knoop komen vanwege de lage lonen in combinatie met kleine contracten, zeker als ze thuis ook nog voor iemand moeten zorgen. Ook bleek dat witte mannelijke medewerkers vaker meer kregen betaald dan hun vrouwelijke collega’s of vaker een leidinggevende functie kregen. De mannen met donkere huidskleur moesten harder werken om deze voordelen te krijgen.

Armoede

De slecht betaalde banen in de ouderenzorg zorgen er ook voor dat mensen in loondienst moeilijk kunnen rondkomen. De financiële zorgen kunnen ontstaan kunnen leiden tot allerlei andere problemen zoals psychosociale problemen of ziekte. Angst voor armoede en schulden is vaak ook de reden om te kiezen voor het onzekere werk als zzp’er.

Zo koos een moeder van een kind met een kwetsbare gezondheid om verder te gaan als zzp’er. Toen de coronapandemie uitbrak moest ze kiezen tussen onbeschermd doorwerken met alle risico’s van dien voor haar kindje, of tijdelijk niet werken en in de schulden te komen. Daarnaast bleek dat de zzp’ers meer uren werkten of werkten ze door als ze ziek waren om geen inkomsten mis te lopen. Ze ervoeren stress of waren moe en uitgeput. Het zzp-schap was voor hun gezondheid minder goed.

Het onderzoek was onderdeel van het ZonMw programma ‘Gender en Gezondheid’. ZonMw wil meer kennis vergaren over diversiteit en ongelijkheid in gezondheid tussen mannen en vrouwen.

Meer weten over dit onderwerp?

Wil jij je als bedrijfsarts, verzekeringsarts, medisch adviseur, praktijkondersteuner bedrijfsarts of professional op het gebied van (publieke) gezondheidsbevordering verdiepen in discriminatie en racisme op de werkvloer? Schrijf je dan voor de nascholing  in Utrecht op 16 december 2022 (van 13:20 16:30 uur): ‘In gesprek over racisme op de werkvloer’.

Rationeel Emotieve Therapie bij stoppen met roken

Datum: 10 aug '22

Jaarlijks doen ruim een miljoen rokers één of meer stoppogingen. De meeste rokers hebben meerdere pogingen nodig voordat ze definitief stoppen. Veel rokers krijgen hulp van coaches en professionals. Linda de Boer-Hendriks, stoppen met roken professional en trainer en Geert Haentjens, doctor in de psychologie, gedragstherapeut en trainer, geven trainingen aan deze stoppen met roken coaches en professionals. Zij maken gebruik van Rationeel Emotieve Therapie.

Wat is Rationeel Emotieve Therapie?

“Rationele Emotieve Therapie is een van de belangrijkste bouwstenen bij cognitieve gedragsverandering. RET legt verbinding tussen denken, emoties en gedrag. Negatieve of irrationele gedachten, bijvoorbeeld ‘het lukt mij nooit’, belemmeren het gevoel van zelfvertrouwen tijdens het veranderproces naar rookvrij gedrag. Het is zeer effectief om als behandelaar deze blokkerende hersenspinsels om te buigen naar rationele gedachten en helpende zelfspraak. Door dit te koppelen aan gevoelens van bekwaamheid, merken stoppers dat ze zich bevrijd en hoopvoller voelen en ook succesvoller zijn in het rookvrij blijven. Dat vertaalt zich in een hoger slaagpercentage.”

Waarom werkt dit, in aanvulling met andere vormen van coaching, bij stoppen met roken?

“De basis van huidige ‘Stoppen met roken coaching’ is vanuit motiverende gespreksvoering. En dat is waardevol. Succesvol stoppen met roken is niet alleen de nicotineverslaving aanpakken, juist ook de gedragsverandering. In mijn stoppen met roken coaching merkte ik, door het toepassen van RET, dat je vlugger ‘de angel van het rookgedrag’ naar boven haalt. Door hinderende gedachten om te buigen naar helpende gedachten, staat de cliënt open en positief in het veranderproces en daarmee kom je verder. Het mooie is dat stoppers RET ook kunnen inzetten als zelfmanagement tool. Hierdoor krijgen zij meer zelfvertrouwen, worden hoopvoller en dat stralen zij ook uit. Het effect is vaak dat naast mijn cliënt de mensen uit de directe omgeving ook rookvrij worden.”

Hoe ziet de training met RET eruit?

“Deze training omvat 6 lesuren op 1 dag, met 8-14 deelnemers. We stellen de opeenvolgende fasen van stoppen met roken centraal, oefenen intensief met het doorbreken van negatieve gedachten. De geoefende methode passen we toe bij nagespeelde stoppers. Speciale aandacht gaat naar het gedachten-uitdagend interviewen; de mogelijkheden van verankeren van positieve gevoelens en het toepassen bij het stoppen met roken. We geven materiaal mee, dat je meteen in je begeleidingen kunt gebruiken en je ontvangt een 15-daags oefenprogramma om in de praktijk te starten. En twee wekelijkse e-mails die je ondersteunen om het geleerde in de praktijk toe te passen. Daarbij bestaat ook de mogelijkheid om binnen de groep vertrouwelijk te bloggen met de andere deelnemers en de trainers.”

Stoppen met roken: begeleiding met Rationeel Emotieve Therapie
Startdatum: 1 december 2023, 1 dag